De rendang, afkomstig uit de Minangkabau-regio van Indonesië, wordt beschouwd als een van de meest verfijnde gerechten ter wereld. Dit eeuwenoude recept combineert complexe kruiden met een langzame bereidingsmethode, resulterend in een uitzonderlijk smaakvol gerecht.
Ingrediënten
Voor 4-6 personen:
Vlees en Basis
- 1 kg runderpoulet
- 400 ml kokosmelk
- 1 tablet runderbouillon
- Zonnebloemolie voor het bakken
Kruidenpasta
- 2 uien
- 1 hele bol knoflook
- 3 cm verse laos of 15 g gedroogde laos
- 3 cm verse gember
- 30 g ketoembar (korianderzaad)
- 15 g sambal
- 2 stengels sereh (citroengras)
- 2 stuks steranijs
Bereidingswijze
De Kruidenpasta (20 minuten)
De basis van een excellente rendang ligt in de zorgvuldige bereiding van de kruidenpasta. In de hakmolen combineer ik de gesneden uien, gepelde knoflooktenen, fijngesneden laos, geschilde gember en ketoembar met voldoende zonnebloemolie tot een fijne, homogene pasta ontstaat.
Het Vlees Bereiden (30 minuten)
In een zware braadpan verhit ik zonnebloemolie op middelhoog vuur. De kruidenpasta wordt hierin gebakken tot de aroma’s vrijkomen en de olie zich scheidt van de kruiden. Vervolgens voeg ik het rundvlees toe en bak dit rondom bruin.
Het Stoofproces (3 uur)
Na het aanbraden gaat de kokosmelk bij het vlees, samen met het verkruimelde bouillontablet, de sambal, gekneusde sereh en steranijs. Het gerecht moet nu 3 uur op halfhoog vuur sudderen. Gedurende deze tijd wordt de saus steeds dikker en neemt het vlees alle smaken op.
Voedingswaarde (per portie)
- Calorieën: 545 kcal
- Eiwitten: 42g
- Koolhydraten: 12g
- Vetten: 38g
- Vezels: 3g
- Natrium: 580mg
Serveertips en Culinair Advies
Deze rendang ontwikkelt zijn optimale smaak wanneer hij een dag rust. De kruiden en specerijen krijgen dan de kans om volledig te integreren met het vlees. Serveer het gerecht met witte rijst en gewokte groenten voor een complete maaltijd.
Voor de meest authentieke ervaring gebruik ik lokale Aziatische ingrediënten. De kwaliteit van de kruiden, vooral de verse laos en sereh, is bepalend voor het eindresultaat. Het vlees moet zacht en draadjesachtig zijn, maar nog wel zijn structuur behouden.